Wanneer je in een relatie er niet zeker van bent dat de ander van jou houdt, dan kun je daar heel onzeker over worden. Angst gaat overheersen en dit kan een reden zijn de relatie te verbreken. Om deze daarna weer te lijmen, om vervolgens weer te verbreken. Het lijkt of je niet met en elkaar maar zeker niet zonder elkaar kunt. Zo’n relatie brengt vooral pijn.
Aantrekken en wegduwen
Zo’n relatie van aantrekken en wegduwen, van stoppen en dan weer tot elkaar aangetrokken worden, is heel onrustig. Het is een relatie waarin beide partijen niet even graag willen. De een wil meer dan de ander. De weegschaal staat niet in het midden. Dit gaat een tijdje goed, tot het echt uit de hand loopt en het over is. Met vooral veel pijn, bij een van de partijen.
Misschien herken je dit patroon in een relatie die jij hebt of hebt gehad. Denk je achteraf ook niet hoe het toch mogelijk is dat jij als zelfstandige onafhankelijke vrouw, die goed in staat is haar mannetje te staan, in zo’n nare situatie terecht kon komen. En jij weet van vrouwen om je heen dat meerdere in dit schuitje terecht zijn gekomen. Waarom overkomt ons dat?
We willen verbonden zijn
Mensen zijn gemaakt voor verbondenheid, hun grote wens is vrijwillig verbonden te zijn. Ook al kunnen we prima alleen zijn, we hebben behoefte aan iemand die er voor ons is. De behoefte aan binding kan zo sterk zijn, dat we angst krijgen om verlaten te worden. Zodanig dat we de ander gaan claimen. Het kan ook andersom. Een grote behoefte wordt eindelijk vervuld maar geeft dan angst, die lijdt tot afstand nemen.
De hier beschreven angsten zijn verlatingsangst en bindingsangst. Beiden ontstaan door problemen met het hechten aan iemand. De emotionele bagage die we van thuis uit hebben meegekregen is hierin bepalend. Dat kan zelfs verder terug gaan dan ouders zijn, dus ook nog van generaties eerder.
Angst om te verliezen
Op emotioneel vlakken kunnen ouders niet meer meegeven dan ze zelf hebben gekregen. Stel dat dat beeld vertroebeld is door een groot verlies, zoals de dood van een kindje of een ouder op vroege leeftijd, dat is er vooral angst in beeld. Angst om te verliezen. Angst om te hechten, te verbinden, uit angst om te verliezen. Deze angst wordt overgedragen.
Er kan ook angst ontstaan doordat er iets in je jeugd gebeurd is. Een ouder die te veel aanwezig was, die je beknelde met de liefde. Of een ouder die volstrekt geen aandacht had voor jou. Beide gevallen kunnen uitmonden in bindingsangst of verlatingsangst. De overeenkomst is dat je afstand houdt, omdat je niet durft en je niet wil verbinden.
Angst om te hechten
Onbereikbare personen of mensen die al een relatie hebben, daar vallen mensen met verlatingsangst onbewust op. Zij hoeven niet bang te zijn zich volledig te moeten hechten. Ook vallen ze op mensen die bindingsangst hebben, het trekt elkaar aan als een magneet. In zo’n relatie is het evenwicht in samen of alleen helemaal zoek. En een goede balans dat is juist zo belangrijk voor een relatie.
De persoon met bindingsangst houdt de ander af om zich niet volledig te hoeven hechten. Bij een verliefdheid gaat hij ervoor, maar zodra de ander te dichtbij komt, dan trekt hij zich terug. Door bijvoorbeeld stug te reageren, te praten over andere vrouwen of mannen of door vreemd te gaan. Zo houdt hij of zij de ander op afstand. Of hij neemt het terugtrekken echt heel letterlijk en neemt geen contact meer op.
Aan de slag met je angst
Wil je aan de slag met je bindingsangst, want je wilt dat jouw gedrag verandert of je wilt voorkomen weer een relatie te belanden die je meer verdriet doet, dan je vreugde brengt. Er zijn workshops over bindingsangst. In het nieuwe jaar staat er weer een gepland. Iets voor een goed voornemen. Ga met je zelf aan de slag, alleen jij kunt hier iets aan veranderen.