Ook bij onze zuiderburen is er een toename van het aantal singles waarneembaar. Begin januari 2006 woonden bijna 1,5 miljoen Belgen alleen: 800.000 vrouwen en 700.000 mannen. Dat is een zeer sterke stijging ten opzichte van 1970, toen er in het totaal slechts iets meer dan 600.000 singles waren. Dat alles blijkt uit cijfers van de Algemene Directie Statistiek, onderdeel van de FOD Economie. De samenstelling van de singles is aan het veranderen. In 1981 ging het vooral om weduwen en weduwnaars. In 2006 vormen de alleenstaanden die nooit huwden de grootste groep (38,0%). Singles huren doorgaans een appartement en zijn gemiddeld lager geschoold dan samenwonenden. Vrouwelijke singles verdienen meer, terwijl mannen dan weer relatief minder geld in het laadje brengen. Bovendien tellen beide geslachten dubbel zo veel werklozen.